
20
Richttijden bij het koken
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als
richtlijnen. De kwaliteit van de pannen en de soort en
hoeveelheid voedingsmiddelen bepalen welke scha-
kelstand u moet gebruiken.
3
3 Wij raden aan om kookstand 9 in te stellen bij
het aan de kook brengen of het aanbraden en
vervolgens gerechten met een langere kooktijd
op de betreffende doorkookstand gaar te laten
worden.
Schakelstand
Tijd die nodig is
voor het aan de
kook brengen
1)
(min.)
Kookproces Voorbeelden voor het gebruik
9
Aan de kook bren-
gen
Aanbraden
Frituren
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden
vloeistof,
deegwaren koken,
vlees aanbraden,
(goulash aanbraden, braadstuk)
8 4,5
Intensief braden
Biefstukken, lendestukken,
aardappelpannenkoeken,
braadworsten,
pannenkoeken/flensjes
7 3,5
6 2,0 Braden
Schnitzels/koteletten,
lever, vis,
hamburgers, spiegeleieren
5 10,2
Koken
Koken tot 1,5 liter vloeistof,
aardappelen, groente
4 6,5
3 4,8
Stomen
Stoven
Wellen
Stomen en stoven van
kleinere hoeveelheden groente,
wellen van rijst en
melkgerechten
2 1,7
1 1,0 Smelten
Boter smelten,
gelatine oplossen,
chocolade smelten
u 0,5 Warm houden Gerechten warm houden
1) Wanneer u kookt zonder automatiek kunt u de tijd die nodig is voor het aan de kook brengen zelf kiezen.
Komentarze do niniejszej Instrukcji